Van A naar beter

We mogen trots zijn op onze Nederlandse woningcorporaties. Dat zeg ik onze huidige minister van Volkshuisvesting graag na. De algehele kwaliteit van onze sociale woningvoorraad kent nauwelijks een gelijke. Bij verduurzamen van de sociale voorraad dralen zij niet en zijn voortrekker in Nederland. Vraag samenwerkingspartners, personeelsleden en zittende huurders en ze zijn over het algemeen tevreden tot zeer tevreden over woningcorporaties.

16 december 2023

In deze tijd komen ook de benchmarkcijfers naar buiten. Op onze professionele nieuwslijn stromen de berichten langs. Juichend melden woningcorporaties twee tot zelfs vier keer een A score. Natuurlijk mag je trots zijn als je verbetert en resultaat boekt. Ik feliciteer je daar van harte mee. Toch bekruipt mij een ongemak. Doen we voldoende het goede of focussen we wel erg op het goed doen?

Doen we wat we doen goed?
Bij woningcorporaties zagen we het afgelopen decennium veel extra aandacht voor het thema ‘organisatiekwaliteit’. Ik definieer het als aandacht voor de vraag: doen we wat we doen goed? Het introduceren van dVi en dPi rapportages maakte de ‘plan-do-check-act cyclus’ steviger. Een stelsel van prestatieafspraken legde vormvereisten op aan de maatschappelijke inbedding. Functionarissen in bestuur en toezicht ondergaan nadrukkelijke toetsing en hebben een verplichting tot permanente educatie. Samenstelling en werking van de rvc zijn genormeerd en leden moeten handelen volgens gedragscodes. Een en ander leidde tot een flinke instroom van functionarissen en het verhogen van het gemiddeld opleidingsniveau. Ook leidde het tot (veel) extra opleidings-, in- en externe overleguren. Als adviseurs merken wij dat corporaties (veel) meer tijd dan vroeger besteden aan het selecteren van de best denkbare leverancier en aan het bediscussiëren of een voorgestelde aanpak wel de best denkbare is.

Toename basale zorgen
In de woningen ondertussen kampen meer huishoudens met basale zorgen over inkomen, (sociale) veiligheid, medische zorg en toekomstige huisvesting voor kinderen. Bij alle welvaart zijn de noden van bewoners van sociale huurwoningen groot. En ze hebben niet de indruk dat de noden verstaan worden door mensen die het land besturen. Stemmers op Wilders, BBB en NSC schreeuwen om verandering. We begeleiden en doen met regelmaat huisbezoeken bij mensen die al langer in een sociale huurwoning wonen. We worden met koffie en koek ontvangen: ‘eindelijk luistert er iemand naar ons’.

Doen we het goede?
Het roept de vraag op of de focus bij de bestuurders, toezichthouders en professionals van woningcorporaties voldoende gericht is op de vragen: ‘doen we de goede dingen?’ en ‘leveren we de maximale inspanning op wat nodig is?’. Zijn we niet teveel gericht op ‘doen we wat we doen goed?’

Poreus
Ik constateer dat rapportages maar weinig antwoord geven op de vraag ‘doen we het goede?’ Ik geloof dat gemakkelijk een krachtig nieuw bondgenootschap tussen huurder en verhuurder kan ontstaan. Als de verhuurder zijn aandacht verlegt naar de huiskamer en de straten waarin die kamers staan. Daar huurders helpen, met mensen die werken volgens ‘de korte klap’. Eerst in het klein: help dat ene huishouden. Met schuldsanering, inkomenssteun, isolatie, aanpakken van een gekke buurman of met de bevestiging dat het moeilijk is. Organiseer van daaruit op wat nodig is. Eerst binnen het huishouden, daarna met en tussen de huishoudens en samen met jou, hun woningcorporatie. Maak je organisatie poreus en haal huurders binnen als collega. Bijvoorbeeld als ‘huisbezoeker’, ‘wegwijzer’, ‘formulierhulp’ of ‘klushulp’. Voor de kosten van één academisch geschoold collega, heb je drie huurders aan het werk…En richt vervolgens de organisatie activistisch in op het oplossen van de noden van huurders. Dat wordt makkelijker en vanzelfsprekender als je meer huurders spreekt. Je staat dan opnieuw, net als bij de oprichting van woningcorporaties, voor ‘ons belang’. Dat herkennen huurders en ze herwinnen hun vertrouwen in jou als instituut.

Beloftevol
Ik zie een beloftevolle rekenoefening. Kunnen we berekenen wat een (A) corporatie kan vrijspelen aan tijd en geld door rigoureus te snijden in kwaliteitszorg. (Wist je bijvoorbeeld dat een visitatie, nog los van de tijdsinvestering, zomaar € 25.000 of meer kost. Hoe hoog wordt dat bedrag als je ook alle tijd van functionarissen toerekent?) Kunnen we die tijd of dat bedrag omzetten in een te verwachten ‘opbrengst’ in maatschappelijke zin of in vastgoedontwikkeling? Kunnen we kortom een maatschappelijke kosten en batenanalyse maken? Wij zouden bij Vannimwegen die oefening graag eens een keer goed doen. Bij ons komt het geld echter niet uit huur binnen. Welke verhuurder verstrekt ons de opdracht?

Erik-Jan Hopstaken

Meer weten?

Erik-Jan vertelt je er graag meer over

06 55 36 18 60

ej.hopstaken@vannimwegen.nl