De sleutel tot succesvolle participatie

Veel corporaties zijn ontevreden over het contact met hun traditionele huurdersorganisaties, zo bleek onlangs uit een onderzoek dat Aedes uitvoerde. Deze ontevredenheid is niet nieuw. Een onderzoek uit 2011 (Liebrand & Rus) kwam tot dezelfde conclusie.

22 september 2025

Nieuwe vormen

Wat kunnen corporaties doen om dit te verbeteren? Veel corporaties zoeken de oplossing in nieuwe participatievormen. Daarmee hopen zij meer (groepen) huurders en woningzoekenden te bereiken. Het liefst vormen die meer inspiratie en inzichten opleveren dan de huidige formele overlegstructuur. Deze zoektocht naar nieuwe participatievormen is niet nieuw. In 2010 experimenteerden woningcorporaties met nieuwe participatievormen in het SEV-programma 'Bewoners en invloed.’ In dat programma experimenteerden corporaties volop met nieuwe participatievormen. In 2012 verscheen het evaluatierapport met enkele conclusies die ook vandaag nog relevant zijn.


"Nieuwe vormen van participatie hebben alleen zin als ze goed begeleid worden. Instrumenten zoals bewonersbudgetten, communitysites en buurtacties kunnen werken, maar zijn niet doorslaggevend. Het succes hangt vooral af van de professionaliteit van medewerkers: een open houding, kunnen schakelen tussen leefwereld en systeemwereld, vertrouwen opbouwen en bewoners ondersteunen zonder het over te nemen. Zonder goede basis (heldere communicatie, nakomen van afspraken) en de juiste mensen mislukt participatie, ongeacht het instrument."


Kortom, niet de vorm, maar de professional is de kritische succesfactor. Daarbij is het belangrijk dat de corporatie de basis op orde heeft, afspraken na komt en goed communiceert.

Zorgen

Dus voordat we opnieuw gaan experimenteren met nieuwe vormen, is het zinvol om stil te staan bij de vraag hoe corporaties participatie organiseren. Hebben zij de juiste professionals in huis? En krijgen deze mensen de ruimte om met bewoners aan de slag te gaan? Hierover maak ik me zorgen. Want participatie is bij de meeste corporaties geen topprioriteit. Dat zie je terug in de manier waarop corporaties de participatie organiseren.


Participatie als deeltaak

Op buurt- en wijkniveau ligt deze taak meestal bij de woonconsulent, maar die heeft doorgaans een overvol takenpakket. Het oplossen van overlastmeldingen slokt het grootste deel van de tijd en aandacht op, waardoor er nauwelijks ruimte overblijft voor het opbouwen van verbinding en het organiseren van echte betrokkenheid. Ook op het beleidsniveau is participatie meestal een deeltaak, voor bijvoorbeeld de bestuurder, de manager wonen of de directiesecretaris.


Beleidsparticipatie is moeilijk

Juist op het beleidsniveau zien we dat participatie steeds moeilijker wordt. De overheid neemt in toenemende mate de regie, waardoor cruciale beslissingen over renovatie, nieuwbouw, woonruimteverdeling en huisvesting van bijzondere doelgroepen op landelijk en regionaal niveau worden gemaakt. Voor corporaties, en huurdersorganisaties wordt de speelruimte wordt steeds kleiner. Dat vraagt om verwachtingenmanagement. Waar is nog invloed en waar niet? Maar lukt dat wel als je participatie er maar een beetje bij doet? We zien nu dat huurdersorganisaties uitgebreid adviseren over dossiers waarop nauwelijks invloed is, zoals de huuraanpassing. Het is geen wonder dat dit leidt tot teleurstelling en frustratie.


Imago

Er zijn tal van redenen om juist wél te investeren in participatie. Deze redenen kunnen zowel principieel als pragmatisch van aard zijn. Ook vanuit een bedrijfsmatig perspectief, als businesscase, is het verstandig om participatie serieus te nemen. Veel corporaties kampen met een negatief imago bij de politiek, gemeenten en bewoners. Dit leidde al bijna tot een huurbevriezing van twee jaar. Door bewoners actief te betrekken bij het opstellen van beleid en de uitvoering van dienstverlening, vergroten corporaties het draagvlak voor hun plannen en verbeteren zij hun reputatie. Kortom, participatie is dé manier om het imago van de corporatie te versterken en te laten zien dat zij samenwerken met de mensen voor wie het allemaal bedoeld is.


Conclusie

Het versterken van participatie begint bij het goed organiseren ervan. Door een goede structuur neer te zetten, waarin professionals de ruimte krijgen om samen met bewoners en bewonersgroepen aan de slag te gaan. Door huurdersorganisaties serieus te nemen en hen invloed te geven waar dit kan. Wellicht blijkt dan dat ook het overleg met de traditionele huurdersorganisaties opeens wel goed kan werken.

Harry Vlaar

Meer weten?

Harry vertelt je er graag meer over.

06 51 81 31 61

h.vlaar@vannimwegen.nl