Op naar nieuwe vormen van participatie

Het lijkt erop dat bewonerscommissies hun langste tijd hebben gehad in hun huidige vorm. Hoe komt dat en wat kunnen we eraan doen?

24 februari 2020

Het complex bestond uit 4 blokken met kleine eengezinswoningen, die samen een vierkant vormden. Op de binnenplaats waren speeltoestellen en bankjes. De bewonerscommissie drong erop aan om de speeltoestellen te verwijderen, want ze ervoeren overlast van spelende kinderen. Toen ik hen vroeg hoe hun achterban daarover dacht, kreeg ik daarop geen duidelijk antwoord. De bewonerscommissie bestond uit drie mannen die de 70 ruimschoots waren gepasseerd, terwijl de meeste woningen werden bewoond door gezinnen met kinderen…

Huurders betrekken en met hen overleggen is belangrijk om twee redenen. Op de eerste plaats om huurders mee te laten denken over de plannen van de corporatie. Deze gaan hen immers direct aan. Op de tweede plaats gaat goede huisvesting niet alleen over de woning, maar ook over de woonomgeving. En voor een prettige woonomgeving zijn de corporatie en de bewoners samen verantwoordelijk.

Bewonerscommissies hebben hun langste tijd gehad
Wanneer ik medewerkers van corporaties spreek over bewonerscommissies, hoor ik vooral frustratie. Leden van bewonerscommissies zijn vaak wit en grijs. De achterban wordt niet goed vertegenwoordigd en het eigenbelang staat weleens voorop. Het overleggen kost veel tijd en energie en levert weinig op. Daarbij doet maar een hele kleine groep mee: hooguit 0,5% van de huurders is actief in een bewonerscommissie of huurdersbelangenvereniging. Het wordt daarbij steeds moeilijker om nieuwe mensen te vinden. Dat is ook niet vreemd. Hoe leuk is het om je aan te sluiten bij een club die vooral vergadert? En is de gemiddelde huurder een vergadertijger?

De conclusie is duidelijk: deze vorm van bewonersparticipatie voldoet niet meer. Te weinig bewoners worden zo bereikt of gediend. Het sluit niet meer aan bij de behoeften en interesses van de huurders van nu. Deze tijd vraagt niet alleen om meepraten, maar vooral ook om meedoen. Tijd dus voor een nieuwe manier van bewonersparticipatie die meer mensen aanspreekt en meer oplevert.

Hoe dan?

1. Verwachtingen
Op de eerste plaats is het belangrijk dat corporaties, veel meer dan nu, duidelijk maken dat zij verwachten dat huurders actief zijn in de buurt. Onlangs ben ik lid geworden van een sportvereniging. Toen ik lid werd, werd mij meteen verteld dat elk lid verplicht is om minstens één keer een avond actief te zijn voor één van de commissies. Zonder actieve leden moet de contributie immers fors omhoog. Dit voorbeeld gaat ook op voor corporaties. Alleen het betalen van de huur is niet voldoende. Huurders moeten het schoonmaken van het complex, het verwijderen van zwerfvuil, het onderhouden van gemeenschappelijk groen en toezicht houden zelf doen, of door hen worden betaald via de servicekosten.

2. Veel vormen en smaken
Om het huurders gemakkelijk te maken actief te worden en mee te denken en te praten, helpt het om veel verschillende vormen van participatie aan te bieden. Meepraten kan bijvoorbeeld door deel te nemen aan een huurderspanel, op een online forum of door een themabijeenkomst te bezoeken. Meedoen kan door actief te zijn als klusjesman, door het groen in de buurt te onderhouden, de schoonmaak van het portiek te organiseren, of toezicht te houden over speelterreinen en andere voorzieningen. Bij onderhoud, renovatie en leefbaarheidsactiviteiten kunnen tijdelijke commissies worden opgericht.

3. Opzoeken
De meest eenvoudige manier is om huurders op te zoeken op het moment dat er iets speelt of gaat spelen. Zijn er problemen? Zijn er plannen om te renoveren of groot onderhoud te verrichten? Wil de corporatie nieuw beleid over schoon, heel en veilig? Ga naar de huurders toe! Organiseer portiekgesprekken, themabijeenkomsten of ga gewoon bij mensen thuis op de koffie.

Veel van deze nieuwe vormen van meepraten en meedoen worden nu al succesvol toegepast door corporaties. Het is zaak om deze nieuwe vormen prominenter in te zetten en de oude vorm langzaam maar zeker los te laten.

Harry Vlaar

Meer weten?

Harry vertelt je er graag meer over. Maar ook bij zijn collega's Warren van Hoof, Erik-Jan Hopstaken, Bas de Blanken of Simone Bes kun je terecht.

06 5181 3161

h.vlaar@vannimwegen.nl